Hier had eigenlijk een blog moeten staan over de Aanpak Binnenstad. Over de aanpak waar de gemeente Amsterdam mee aan de slag gaat naar aanleiding van de toekomstvisie van prof. Zef Hemel, die nu een jaar geleden door burgemeester Halsema werd gevraagd een visie te schetsen, over hoe we om moeten gaan met de uitdagingen waar onze binnenstad zich de laatste jaren voor gesteld ziet. Dat gaat dan om de enorme toeloop aan toeristen, om de grote overlast die de aantallen geven qua afval, geluid, viezigheid, onbehoorlijk gedrag, en neveneffecten als steeds duurdere woningen en verschraling van het winkelaanbod…
En nu, halverwege maart 2020, staat de wereld, en de Amsterdamse binnenstad opeens op zijn kop. Door de pandemie van Covid-19 is de mondiale toeristenindustrie in elkaar gestort, worden maatregelen genomen die mensen massaal doen binnen blijven, en maakt welhaast eenieder zich directe zorgen over de eigen gezondheid of die van een naaste. Opeens zijn de toeristen verdwenen uit de Amsterdamse binnenstad, de straten zijn surrealistisch leeg. En stukken schoner, gelukkig werkt de vuilnisophaaldienst door. Evenals een hele hoop mensen die in de zogenaamde ‘vitale beroepen’ werkzaam zijn, waar we nu allemaal nóg dankbaarder voor zijn dan normaal.
Door de overheid is een enorm bedrag aan steunmaatregelen beschikbaar gesteld, dat waarschijnlijk ook nog méér zal worden in de maanden die komen. Heel fijn, terecht ook. Daar zijn we een samenleving voor, om samen onze problemen op te lossen. Heel goed voor kleinere ondernemers en zzp-ers. Zoals dat ook moet voor de culturele sector en heel veel andere sectoren die waarde toevoegen aan de maatschappij. En hier moet het niet bij blijven. De ‘vitale beroepen’ mogen eindelijk eens beter gewaardeerd worden, ook in rustige tijden. Maar het moet niet alleen gaan om het toewijzen uit en verschuiven van potjes. Als we in deze tijden roepen dat we de waarde van belangrijke dingen, van kwetsbaarheid en voor elkaar zorgen, ‘opeens weer’ beseffen, moeten we daar consequenties uit trekken voor na de ergste crisis.
De prachtige initiatieven van sociale verbondenheid en hulp voor een ander moeten niet opeens verdwijnen wanneer ‘de economie’ weer langzaamaan sneller gaat draaien. Omdat ze geen business plan hebben, geen winstgevend perspectief of om een andere vooral financiële reden. Een noodpakket aan financiële maatregelen moet niet betekenen dat we straks op dezelfde manier als vóór de coronacrisis moeten werken en winst maken, maar dan twee keer zo hard om alle schade te herstellen en leningen af te betalen.
Het vergroten van het welzijn van mensen, en dieren, moet worden gewaardeerd.
Het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid moet worden gewaardeerd.
Het bijdragen aan het bevorderen van menselijkheid van iederéén moet worden gewaardeerd.
Het bijdragen aan kennis en inzichten die ons als wereldgemeenschap vooruit brengen moet worden gewaardeerd.
En het economische systeem zoals dat tot nu toe dominant was, is hiervoor niet de manier. We moeten niet terug naar zoveel mogelijk toeristen trekken, naar het toelaten van winkels zonder maatschappelijke waarde alleen omdat de belegger van het pand een enorm hoge huur wil betalen, naar het verder vervuilen van de stad en de aarde voor de winst van meestal maar enkelen. Winst is niet de enige motor voor innovatie. Innovatie komt voort uit de creatieve geest van de mens. En die verdwijnt niet.
Amsterdam, Fearless City, blijf fearless wanneer de dingen weer ‘normaler’ worden. In een snel veranderende wereldorde, waarin de grenzen sluiten, moeten we als stad lef tonen en echt kiezen voor radicale zorgzaamheid voor mensen en planeet. Dat is toch wel een van de belangrijkste lessen van deze crisis: hoezeer ons lot als mensen met elkaar verbonden is.
We komen er alleen, als allemaal samen.