Er zijn een aantal zaken waar de partijen die in het Centrum een bestuursakkoord hebben gesloten het niet over eens zullen worden. De visie op de woningmarkt is misschien wel de belangrijkste. Fractievoorzitter Micha Mos legt uit hoe de huidige ontwikkelingen in Amsterdam de stad uiteen lijkt te scheuren en er straks misschien wel geen plek meer is voor betaalbare woningen. 

Toen GroenLinks, PvdA en D66 in maart 2014 in Centrum een bestuursakkoord sloten, benoemden we een paar zaken waar we het niet over eens waren. De belangrijkste daarvan was onze visie op de woningmarkt. De klassieke tegenstelling tussen links en (centrum)rechts in Amsterdam is dat links opkomt voor de sociale huurwoningen, en rechts benadrukt dat er woningen in het middensegment moeten worden gecreëerd. Ook in ons stadsdeel liepen we tegen dit verschil van inzicht aan. De twee jaar die sinds dat bestuursakkoord zijn gepasseerd hebben duidelijk gemaakt dat we allemaal gelijk hadden in onze probleemanalyse, en als er niets verandert, lost niemand die problemen op.

Sinds de verhuurdersheffing van minister Blok (VVD) van 2013 en de aantrekkende woningmarkt in Amsterdam van ongeveer diezelfde tijd zien we de stad steeds sneller uiteenscheuren. Sociale huurwoningen verdwijnen of worden geliberaliseerd, en vanwege de voor corporaties geldende regels mogen zij niet een woning verhuren van meer dan €710,-. Die woning wordt dus verkocht en door de volgende verhuurder voor meer dan €1000,- verhuurd – want zij vindt er de huurder voor.

Wat er overblijft is een kaalgeslagen stad. Het vinden van een sociale huurwoning in Amsterdam binnen de ring staat gelijk aan het winnen van de loterij. Een middenhuurwoning is in deze markt vrijwel net zo onwaarschijnlijk. Als je meer dan €1000,- euro huur moet betalen, vraagt je verhuurder waarschijnlijk een jaarinkomen van minstens €50.000,- bruto (immers: een brutosalariseis van meer dan 4x de huur).

Als lokaal politicus heb ik het gevoel met pannetjes door een huis met een lekkend dak te rennen, want overal sijpelen de betaalbare woningen weg. De corporaties kunnen elke euro maar één keer uitgeven en verkopen daarom het liefst hun duurste bezit. De markt is zo oververhit dat er geen enkele échte middenhuurwoning meer overblijft. Wat gebeurt er ondertussen in Den Haag, waar ze de dakpannen zouden kunnen vervangen? Het kabinet maakt ook kleine woningen nog veel duurder en de verhuurdersheffing wordt niet heroverwogen.

Alleen verstrekkend ingrijpen van de overheid kan de stad nu nog redden. De corporaties moeten in ere worden hersteld: zonder ze hun financiële slagkracht terug te geven blijven ze een tandeloze leeuw. Daarnaast moet ze ook in staat worden gesteld middenhuurwoningen te gaan verhuren – en dan échte, dus van bijvoorbeeld €800,- per maand. Overal in de stad moeten woningen beschikbaar zijn voor iedereen, of we gaan naar een stad toe die uit twee delen bestaat: binnen de ring een gated community, met Stef Blok als poortwachter, en daarbuiten plek voor iedereen die minder dan een halve ton verdient.