In de homopers verschenen afgelopen maand berichten dat GroenLinks in stadsdeelraad Amsterdam-Centrum tegen de legalisering van darkrooms zou hebben gestemd. Dat is niet onjuist, maar niet het hele verhaal. De bejubelde "legalisering" betekent vooral een enorme (financiele) opsteker voor bestaande darkroombar exploitanten. GroenLinks is tegen een uitsterfbeleid voor darkrooms en pleit voor een hygiene-convenant.
Darkrooms zijn nooit illegaal geweest. Er was en is geen reden voor de overheid ertegen op te treden en wat GroenLinks betreft ook overbodig ze op te nemen in bestemmingsplannen. Overlast was en is niet aan de orde, dus gewoon met rust laten is het standpunt van de fractie.
Helaas dacht de meerderheid van de raad daar anders over. In 2005 was het voorstel van het (vorige) Dagelijks Bestuur nog om de darkrooms als prostituiebedrijven te beschouwen, waarvan de vestiging wel in bestemmingsplannen geregeld wordt. Gelukkig deelde de deelraad toen ons standpunt dat bij darkrooms geen sprake was van prostitutie (seks tegen betaling). Dat plan verdween van tafel. Onlangs besloot het bestuur om de darkrooms alsnog op te nemen in bestemmingsplannen, nu niet als seksinrichting maar wel als aparte categorie. Ook daar voelen wij niets voor, maar nu stonden we in de deelraad alleen. Opname in bestemmingsplannen leidt namelijk tot extra drempels voor vestiging van nieuwe darkrooms.
Belangrijk vindt GroenLinks een convenant (vrijwillige overeenkomst) in het kader van SOA-preventie tussen Schorerstichtin en darkroomeigenaars. Wij verwachten en hopen dat alle darkroomexploitanten het convenant zullen tekenen, omdat voorzieningen als gratis condooms en glijmiddelen, latex handschoenen en een propere wasgelegenheid geen overbodige luxe voor een "veilige sex"-gelegenheid zijn.
Fjodor Molenaar, Dingeman Coumou en Bob van Schijndel