Is het voorstel van wethouder Frankfurther voor het herbouwen van twee historische torens nu een markante publiciteitsstunt of een macabere grap? Het stadsdeel kan het onderhoud van monumentale kerktorens nu al amper aan. De Montelbaenstoren verzakt en dreigt de Amsterdamse toren van Pisa te worden, schreef Het Parool twee weken geleden. Voor het herstel en onderhoud van de monumentale gebouwen in eigendom van de gemeente ontbreekt het de binnenstad aan middelen. En in het programakkoord zijn de torens niet te vinden. Maar Frankfurther laat zich er niet door ontmoedigen. Want er hebben ooit nog meer torens gestaan in de Amsterdamse binnenstad en misschien kunnen die wel herbouwd worden.

Met zijn voorstellen voor een nagebouwde Hendrik de Keijser, het hergraven van grachten en andere attracties werkt de wethouder onder de noemer van het beschermd stadsgezicht ijverig door aan herstel van het beeld op schilderijen uit de 17e eeuw. Toekomstige generaties worden zo opgezadeld met een onbetaalbaar, nagebouwd, gehistoriseerd stadsgezicht. Over honderd jaar zal het bestuur zich opnieuw buigen over het geld dat nodig is voor onderhoud van ons dan ‘levende binnenstadsmuseum’, en besluiten ook de stadsmuren met tolpoorten opnieuw op te richten.

In de stadsdeelbegroting is geen geld gereserveerd voor dit onderzoek, waaraan kennelijk en halfjaar lang gewerkt moet worden. Prioriteiten die daarentegen wel door de deelraad werden gesteld zijn eerder door Frankfurther niet acceptabel genoemd, omdat ze uit ‘zijn’ parkeerfonds gefinancierd werden. Wij vragen ons sterk af of deze wethouder zijn prioriteiten wel op orde heeft. Leuke ideetjes voor het volgende D66-verkiezingsprogramma moeten in elk geval niet betaald worden met de schaarse middelen van ons stadsdeel.

Fjodor Molenaar en Loes de Jong,

GroenLinksfractie stadsdeel Amsterdam - Centrum