De Bereikbaarheidsnota van wethouder Frankfurther (stadsdeel Centrum) betekent het einde van het autoluwe beleid waartoe in 1992 bij referendum besloten is. Het bestuur wil niets veranderen aan de verkeerscirculatie. Beloofde extra ruimte voor fietsers en voetgangers wordt niet vertaald in maatregelen. Wel komen er vijftien nieuwe parkeergarages met meer dan 6000 parkeerplaatsen. Het is in feite een ’Nota Parkeergarages’. Als het al over bereikbaarheid gaat, dan alleen maar per auto.

Donderdag vergadert de raadscommissie van stadsdeel Centrum opnieuw over de Nota Bereikbaarheid Binnenstad 2004 - 2009. Wie verwacht had dat er een nieuw verkeerscirculatieplan in staat, zoals afgesproken met de deelraad, komt bedrogen uit. Wethouder Guido Frankfurther van Verkeer heeft 6 maanden, 36 bladzijden en 9 bijlagen nodig gehad om de stortvloed aan vragen en kritiek te pareren die hij tijdens de hoorzitting in juni over zich heen kreeg. Maar aan de nota zelf verandert helemaal niets.

En dat is vreemd. In 1992 heeft de hele stad zich per referendum over het verkeer in het Centrum uitgesproken. Amsterdam koos voor het vergaand autoluwe model. In de binnenstad was dit zelfs een ruime meerderheid van 55%. De uitslag werd vertaald in het Verkeers- en InrichtingsPlan (VIP): vermindering van het aantal parkeerplaatsen, invoering van betaald parkeren en éénrichtingverkeer op de hoofdwegen. Maar met uitzondering van het betaald parkeren en het standaard grachtenprofiel kwam van die plannen tot nu toe weinig terecht. De uitvoering is telkens vooruitgeschoven, en nu worden de doelstellingen zelfs helemaal teruggedraaid. De vermindering van het aantal parkeerplaatsen op straat naar 11.500 vindt Frankfurther niet meer nodig en hij laat ook los dat voor elke nieuwe ondergrondse parkeerplaats een hele parkeerplaats op straat moet verdwijnen.

Intussen gaat het praten over een binnenstad met allure gewoon door. Vorig jaar heeft de deelraad de ambitie uitgesproken om het traject Damrak-Rokin-Vijzelstraat-Weteringcircuit als een ‘parelsnoer’ te ontwikkelen na aanleg van de Noord-Zuidlijn. Wij vinden dat de komst van de metro aangegrepen moet worden om bovengronds tot een herschikking van de verkeersruimte te komen ten gunste van voetgangers en fietsers. De Vijzelstraat is nu een verloederde winkelstraat, de Amstel tussen Munt en Blauwbrug een chaos. Maar in potentie is het een prachtig gebied, waar voetgangers en fietsers voldoende ruimte kunnen krijgen. Daarvoor is nu actie nodig, want de uitvoering moet beginnen als het bovengrondse werk in 2006 klaar is. GroenLinks heeft hiervoor een compleet herinrichtingsplan ingediend: de nota ‘Nieuw perspectief voor de Vijzelstraat’. Winkels, horeca en toerisme kunnen een enorme impuls krijgen door verbreding van het trottoir naar zeven meter, met ruimte voor terrassen aan de zonnige, autovrije winkelzijde. In combinatie met vrijliggende fietspaden en de trambaan is dit alleen mogelijk met éénrichtingverkeer voor auto’s in de Vijzelstraat. De bredere Vijzelgracht houdt wel tweerichtingverkeer, zodat de bereikbaarheid van de Weteringbuurt niet verandert. Eénrichtingverkeer moet passen in een circulatieplan voor de hele binnenstad. Daarvoor hebben wij meerdere modellen ontwikkeld waarvan er één is verwerkt in onze nota ‘Bereikbaarheid in alle st(r)aten’.

Frankfurther wijdt welgeteld één alinea aan deze voorstellen: “Er komt geen eenrichtingverkeer op de radialen. Aanleiding om een dergelijke maatregel te nemen, is er niet. Dergelijke modellen genereren extra autobewegingen en roepen veel irritatie en overlast op. Vooral de woonbuurten en grachten zullen meer circulerend verkeer te verwerken krijgen.” Moeten de bereikbaarheid per nieuwe metro, de verbetering van de cityring, het gebrek aan ruimte voor voetgangers en fietsers, de verkeersonveiligheid, het slechte winkelklimaat en de continue overschrijding van milieunormen dan niet worden meegewogen? Het is tekenend dat Frankfurther zich gevoeliger toont voor ‘irritatie’ bij automobilisten dan voor wat fietsers, voetgangers en rolstoelers dagelijks moeten doorstaan.

Terwijl verbetering van het verblijfsklimaat voor tal van Europese steden reden is geweest om hun centra autoluw te maken, is er in onze binnenstad aan de ruimte voor rijdend autoverkeer niets veranderd. Maar er is draagvlak voor eenrichtingverkeer. De bewoners langs de Amstel schreeuwen erom. Vorig jaar koos 55% van de Amsterdammers in een O&S-enquête vóór eenrichtingverkeer op de hoofdwegen, mits dit ten goede komt aan voetgangers, fietsers en het milieu. Helaas vindt Frankfurther de bestaande verkeerscirculatie prima. Zijn ambitie zit in de 6000 nieuwe ondergrondse parkeerplaatsen. Het exploitatieplaatje daarvan is nog verre van duidelijk. Met als risico dat het geld van het armlastige stadsdeel straks onder de grond besteed gaat worden in plaats van boven de grond.

De ommezwaai van Frankfurther c.s. betekent het einde van het autoluwe scenario dat in 1992 bij het referendum ingezet is. Zesduizend nieuwe parkeerplaatsen in combinatie met de voorgestelde verruiming van de parkeernorm zullen leiden tot meer in plaats van minder autoverkeer. Als de stadsdeelraad daar donderdag mee instemt, lijkt een nieuw verkeersreferendum onvermijdelijk. De kiezer laat zijn stem niet zomaar opzij schuiven.

Fjodor Molenaar, fractievoorzitter GroenLinks Amsterdam - Centrum
Jeroen Verhulst, werkgroep Verkeer en Stedenbouw GroenLinks