Het bestuur van stadsdeel Amsterdam-Centrum wil twee straten in een nieuwe wijk op het Westerdokseiland vernoemen naar voormalige slavenschepen. De fractie van GroenLinks is hierover zeer verbaasd en vraagt zich af of dit wel gepast is.
Op 21 december heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Amsterdam-Centrum ingestemd met de namen voor de straten voor de nieuwe wijk op het Westerdokseiland. Drie van deze straten worden vernoemd naar de historische schepen de Winthont, de Leliendaal, en de Coffijboom.
Van de Winthont is uit archieven bekend dat de West Indische Compagnie (WIC) in de periode 1699-1701 tweemaal een schip met die naam heeft uitgezonden voor een slavenreis tussen West-Afrika en Curaçao / Suriname.
Met het tweede schip, de Leliendaal heeft de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) tussen oktober 1730 en juli 1732 een handelsreis naar West-Afrika gemaakt. Officieel vervoerde het schip goederen tussen de Republiek en West-Afrika. Het is echter zeer waarschijnlijk dat de bemanning voor de West-Afrikaanse kust ook slaven aan Portugese/Braziliaanse slavenhalers heeft verkocht.
De Nederlandse slavernij werd op 1 juli 1863 na verzet van de slaven en onder druk van Nederlandse abolitionisten uiteindelijk afgeschaft. Nu, anno 2005, heeft het stadsdeelbestuur ingestemd om straten te noemen naar schepen die betrokken zijn geweest bij slavenhandel. Het verbaast GroenLinks dat straten worden vernoemd naar schepen met een dergelijk verleden. Door deze reizen vielen vele doden en is er onnoemelijk menselijk leed veroorzaakt.
Mochten de namen niet gewijzigd worden dan verwacht GroenLinks op zijn minst dat er aandacht wordt besteed aan dit verleden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een plaquette met een uitleg of een kunstwerk ter nagedachtenis aan de slaven die met deze schepen werden vervoerd.