De laatste weken zijn er diverse berichten in de krant verschenen over de hoogte van de salarissen van directeuren van woningcorporaties. Volgens een bericht in de Volkskrant van 19 augustus jl. krijgen directeuren van woningcorporaties, die veel goedkope huurwoningen slopen en veel dure woningen bouwen of verbouwen, een hoger salaris.
Dit op grond van een door de koepel van woningcorporaties, Aedes, ontworpen regeling, die sinds begin dit jaar als bonusregeling voor de directeuren van woningcorporaties geldt. Daarbij wordt de hoogte van het salaris voor veertig procent bepaald door het aantal en de waarde van de huizen ‘in transitie’. Dat betekent dat het salaris deels afhankelijk is van het aantal woningen dat gesloopt, verbouwd of bijgebouwd wordt. Een directeur van een actief slopende woningcorporatie verdient op die manier bruto zestig duizend euro meer dan een directeur, die de huizenvoorraad in tact laat. Met dat aspect kan ook stadsdeel Centrum te maken krijgen.
Omdat het hier gaat om directeuren van woningcorporaties, waarvan sommigen ook actief zijn in de binnenstad van Amsterdam, vindt GroenLinks het nodig te wetenof stadsdeel Centrum ook van de gevolgen van dergelijke bonusregelingen heeft gemerkt, bijvoorbeeld doordat er druk wordt uitgeoefend om in voorkomende gevallen tot sloop van goedkope huizen te komen, in plaats van deze te renoveren.
Er is bovendien sinds een paar jaar ervaring met dergelijke bonusregelingen in het bedrijfsleven in Nederland. Daarbij is herhaaldelijk gebleken dat directies van bedrijven die zo’n regeling hebben de bedrijfspolitiek aanpassen om zelf zo veel mogelijk van de bonus te kunnen profiteren, vaak met schade voor het bedrijf of de samenleving als gevolg.
Dingeman Coumou heeft de volgende vragen gesteld aan het dagelijks bestuur:
1. Kent het dagelijks bestuur het artikel in De Volkskrant van 19 augustus jl., zoals hierboven genoemd?
2. Heeft het dagelijks bestuur informatie die erop wijst dat er vanwege woningcorporaties op oneigenlijke gronden druk is of wordt uitgeoefend om tot sloop in plaats van verbouw van woningen in de binnenstad te komen, of zijn er anderszins aanwijzingen dat er van de kant van woningcorporaties daartoe druk is of wordt uitgeoefend?
3. Welke maatregelen heeft het dagelijks bestuur genomen om, nu de bonusregeling bekend is, zich te weren tegen druk van woningcorporaties of ontwikkelaars om tot sloop over te gaan, die mogelijk het gevolg is van de bonusregeling van de corporatiedirecteuren?