“Een teleurstellend resultaat.” Zo betitelde GroenLinksdeelraadslid Fred Kramer gisteravond de onderhandelingen over het Slangenpand. Die dreigen namelijk te mislukken vanwege een starre houding van woningcorporatie de Key. Al jaren is er een slepend conflict met de woningcorporatie over de precieze invulling van de voormalige kraakpanden. GroenLinks Centrum strijdt voor het behoud van twee creatieve broedplaatsen in de Tabakspanden in de Spuistraat. Op aandringen van Kramer gaat Dagelijks Bestuurder Boudewijn Oranje de Centrale Stad hierbij betrekken. “Het stadsbestuur is immers ‘overall’ verantwoordelijk voor het broedplaatsenbeleid en medeverantwoordelijk voor herontwikkeling van de Tabakspanden als sleutelproject van 1012.” Aldus Kramer.

De gemeenteraadsfractie heeft schriftelijke vragen over het Slangepand ingediend. Fractievoorzitter Marieke van Doorninck vraagt onder meer aan het College of ze het met GroenLinks ééns zijn dat de beoogde herontwikkeling van het pand De Slang voldoet aan de vereisten om in aanmerking te komen voor aanvullende financiering uit het project 1012.

Hieronder kunt u de spreektekst van Fred Kramer teruglezen.

Spreektekst Fred Kramer commissie Bouwen en Wonen 10 december 2013 over het Slangenpand

Wat voorligt is een teleurstellend resultaat. De onderhandelingen met BOEi dreigen af te ketsen op een starre houding van De Key. De boekhouder lijkt het te winnen van de sociale woningcorporatie. Een verkoopprijs voor het Slangenpand die niet onderhandelbaar is en waarin zelfs geen rekening gehouden wordt met de verdiencapaciteit van de elders in het project vrijkomende, commercieel te ontwikkelen ruimten. Ook geen verdiscontering van de meerwaarde van de hotelbestemming op Food Plaza die eertijds door de raad akkoord is bevonden om het totale project, incl. gewenste broedplaatsen, mogelijk te maken. En nu, in de eindfase van de onderhandeling, presteert De Key het om terug te komen op haar wens en aanbod om het Slangenpand gerenoveerd turnkey op te leveren, met kostenverhogende effecten voor BOEi.

Zou het gerucht dan toch kloppen, dat De Key helemaal niet geïnteresseerd is in snelle renovatie, maar het liefst de handen vrij krijgt om het hele project, inclusief vergunningen, door te verkopen aan de hoogste bieder? Dat zou ook verklaren waarom De Key op de valreep met aanvullende voorwaarden is gekomen, waarvan zij weten of kunnen weten dat die niet zomaar geaccepteerd zullen worden. Als deze analyse klopt dan is niet alleen BOEi als potentiële koper op het verkeerde been gezet, maar ook de rechter, die de weg moet effenen voor vroegtijdige ontruiming, en de raad, die zo nodig mee moest werken aan vergunning-verlening vanwege de haast van De Key met de uitvoering.

Dit gezegd hebbende moet het ons van het hart dat we ook niet tevreden zijn met de rol van de portefeuillehouder. Alle ambtelijke inspanningen ten spijt blijft het bij het faciliteren van een rekenexercitie, met als uitkomst een groot tekort. Eerst wordt dat tekort toegerekend aan het stadsdeel om vervolgens te constateren dat het stadsdeel dat niet kan opbrengen en dat het project ‘dus’ onhaalbaar is. De inzet die wij van een politiek bestuurder verlangen, is initiatieven te bedenken om er met partijen uit te komen. Onbegrijpelijk is dat er geen initiatief is genomen -ondanks ons aandringen- om de Centrale Stad er bij te betrekken. Het stadsbestuur is immers ‘overall’ verantwoordelijk voor het broedplaatsenbeleid en medeverantwoordelijk voor herontwikkeling van de Tabakspanden als sleutelproject van 1012. In plaats daarvan kiest de wethouder voor het afdoen van dit dossier op stadsdeelniveau. Ook in het Parool van vandaag zet de portefeuillehouder er een punt achter. Wij gaan daar niet in mee.

We zullen -hopelijk met andere partijen in de raad- er alles aan doen om te zorgen dat de culturele broedplaatsen in de Spuistraat behouden blijven.

 

 

1.  Zelf hebben wij onze partijgenoten in de Gemeenteraad bijgepraat en inmiddels zijn er mondelinge en ook schriftelijke vragen gesteld.

2.  Wij verklaren uitdrukkelijk het verzoek om subsidie te willen honoreren, mede om duidelijk te maken dat de raad vasthoudt aan haar broedplaatsen-beleid.

3.  Van de portefeuillehouder wordt een actievere opstelling verlangd, gericht op het tot elkaar brengen van partijen, met als uitdrukkelijke inzet het behoud van de broedplaatsen als uitgewerkt in de besluiten van de raad.

4.  De portefeuillehouder wordt gevraagd in overleg te treden met de Centrale Stad, o.a. met de burgemeester, om het belang van behoud en uitbouw van de culturele hotspot in de Spuistraat voor stad en stadsdeel te benadrukken en dat belang veilig te stellen door samen op te trekken.