De raad van stadsdeel Centrum heeft bij motie van GroenLinks, PvdA en D66, besloten om bij het Amstelveld geen op- en afstapvoorziening of steiger aan te leggen in de Prinsengracht ten koste van woonboten. Hiermee wordt op deze plek afgeweken van de Visie op het Water.
Evenals eerder voor de Noordermarkt, is nu ook voor het Amstelveld besloten om woonboten alleen te verplaatsen op basis van vrijwilligheid. In dit drukke rak is het wel wenselijk dat er uiteindelijk minder woonboten komen te liggen, met als effect meer ruimte tussen de boten en meer zicht op het water en de bruggen.
Voor het laden en lossen van vervoerders over water komt er een op- en afstapvoorziening in de aangrenzende Reguliersgracht (tegenover de ingang van de kerk). Om het (schone) vrachtvervoer t.b.v. van de bevoorrading en afvalverwijdering van de Utrechtse straat te stimuleren, wordt gezocht naar een extra laad- en losplek in de Keizersgracht (tussen Reguliersgracht en Utrechtse straat).
Hiermee wordt tevens aangesloten bij de wens van de buurt om geen locaties aan te wijzen waarvan verwacht mag worden dat deze in het bijzonder gebruikt zullen worden door rondvaartboten, met grote groepen toeristen. Dit sluit aan bij het toerismebeleid dat gericht is op spreiding over stadsdeel en stad.
“Gelukkig woord ook het wonen op het water nu goed beschermd. Sommige woonboten zijn verwaarloosd en zien er niet uit. Bij de evaluatie van de Welstand op het Water willen wij daar initiatieven op nemen”, aldus GroenLinks raadslid Fred Kramer.
Het besluit om geen op- en afstapvoorziening te creëren in dit deel van de Prinsengracht voorkomt dat er op dit toch al druk bevaren rak hoe langer hoe meer vaarverkeer komt met negatieve uitwerking op de veiligheid en het milieu.
“Eigenlijk willen wij dat er aan stringente voorwaarden moet worden voldaan, zoals uitstootvrije boten, voordat er nieuwe op- en afstapvoorzieningen bij komen. Op initiatief van de (genoemde) coalitiepartijen heeft de raad ook daar een motie over aangenomen”, aldus GroenLinks raadslid André van Oostveen.