Terwijl deze week in talloze Europese steden weer de jaarlijkse autovrije dag wordt gevierd, schittert Amsterdam – dit najaar hoofdstad van de Europese Unie – door afwezigheid. Bestuurlijke onwil lijkt daarbij eerder aan de orde dan inhoudelijke argumenten.

Als hoogtepunt van de jaarlijkse ‘Week van de Vooruitgang’ wordt deze week in tal van Europese steden voor de zesde achtereenvolgende keer een autovrije dag gehouden. Doel van deze dag, in Nederland op 19 september, is te ervaren hoe een aangenaam verblijfsklimaat ontstaat bij afwezigheid van rondrijdend blik. Zorgde de oliecrisis er in de jaren zeventig voor dat Nederland de auto noodgedwongen liet staan, tegenwoordig blaast vooral de behoefte aan rust, ruimte, schone lucht en leefbaarheid in woonwijken en binnensteden de jaarlijkse autovrije dag nieuw leven in. Een dag die bewustwording kweekt voor het milieu (elk jaar overlijden in Nederland meer dan duizend mensen vroegtijdig aan de luchtverontreiniging door uitlaatgassen) en aantoont dat je je ook met andere middelen dan de auto prima in de stad kunt verplaatsen. Met andere woorden: een uitgelezen kans voor het promoten van alternatieve vormen van vervoer (bus, tram, fiets) en een ander gebruik van de openbare ruimte.

 

De autovrije dag is een toenemend succes. Honderdduizenden Europeanen laten de auto één dag staan en vieren het historische karakter van hun stad zonder overlast van toeterende auto’s en vervuilende motoren. Brussel is dit weekend voor het derde achtereenvolgende jaar geheel autovrij. In Parijs, met de instelling van de zomerse autovrije Plage aan de Seine een enorme toeristische attractie rijker, roemt iedereen het dagje sans-voiture. Steeds meer vindt het voorbeeld van Antwerpen, Straatsburg, Freiburg en Toledo navolging, waar de binnensteden het hele jaar door grotendeels zijn afgesloten voor het autoverkeer. In heel Europa is de tendens zichtbaar om historische binnensteden te behouden, door het blik te weren. De Europese autovrije dag is daar het uitgelezen moment voor.

 

In Nederland geeft staatssecretaris Van Geel zondag in Eindhoven het startschot voor de autovrije dag. Ook enkele andere grote steden doen mee, waaronder Tilburg en Nijmegen. Maar uitgerekend Amsterdam, dit najaar hoofdstad van de Europese Unie én met zijn unieke historische ring bij uitstek geschikt voor het instellen van een grote autovrije zone, blaakt van de bestuurlijke onwil om ook maar een (voet)stap extra te zetten. Hoewel in het programakkoord van stadsdeel Amsterdam - Centrum is afgesproken dat er elk jaar een autovrije dag komt, heeft het Dagelijks Bestuur van VVD, PvdA en D66 deze belofte niet waar gemaakt. Waren het in 2003 de ‘dringende bezuinigingen’die het stadsdeel ertoe noopten het budget te halveren, dit jaar is ‘het grootstedelijk karakter’ het argument voor het stadsdeel om er helemaal geen middelen voor uit te trekken. En in de deelraad is de progressieve meerderheid, ondanks pogingen van ondergetekenden, kennelijk niet bereid het paarse bestuur aan haar afspraken te houden.

 

Door een financiële bijdrage van de centrale stad konden vorig jaar toch nog de winkelstraten rond Damrak en Rokin worden afgesloten. Maar het gebied werd aldus ingeperkt tot één enkele straat, die vanwege de gelijktijdige Dam tot Damloop toch al onbereikbaar was. Daardoor maakte het nauwelijks verschil meer met een normale zondag, en bleken er meer mensen dan ooit op de autovrije dag met de auto naar de binnenstad te komen. Als reductie van het autogebruik de hoofddoelstelling van de autovrije zondag is, kan geconstateerd worden dat daarvan op die manier steeds minder terechtkomt.

 

Om dit jaar dan maar helemaal niets meer te doen is natuurlijk een misser van de bovenste plank. Het bestuur rept over de kosten voor het informeren van bezoekers, alsof dit voor de bezoekers van de gelijktijdige Dam tot Damloop niet evenzeer geldt. Maar in plaats van de handen ineen te slaan blijven Stadsdeel Centrum en de Centrale Stad naar elkaar wijzen als het gaat om de vraag wie het moet organiseren, en dus betalen. Dit jaar is er noch door de deelraad noch door de centrale stad een cent gereserveerd, wat het einde betekent van een reeks succesvolle autovrije dagen in Amsterdam sinds 1999. Door een onwillig stadsdeelbestuur dat doof lijkt voor een meerderheid van bewoners, ondernemers en bezoekers die wel een stap wensen te zetten naar een autoluwere stad, slaat Amsterdam een flater van internationale omvang.

 

Kamer van Koophandel en Amsterdam City, tegenstanders van elk voorstel om een voetgangersvriendelijkere binnenstad te realiseren en de automobiliteit verder terug te dringen, kunnen tevreden zijn. Hun lobbyisten denken nog altijd dat ondernemers veel bezoekers mislopen. Uit onderzoek van de Dienst Onderzoek + Statistiek (O+S)  blijkt echter dat het aantal bezoekers van de binnenstad hoger ligt dan op andere zondagen en dat de waardering voor autovrije dagen - ook onder de ondernemers - groot is. Driekwart van de bezoekers beoordeelt de dag positief, en zestig procent van de ondervraagden heeft zelfs voorkeur voor het afzetten van de hele binnenstad. Uitgesplitst naar politieke voorkeur blijkt bijvoorbeeld dat ook tweederde van de VVD-aanhang de autovrije zondag een warm hart toedraagt.

 

Uit het O+S onderzoek blijkt verder voldoende draagvlak om deze dag vaker te organiseren. Een ruime meerderheid van bewoners, bezoekers én ondernemers is voor ten minste één autovrije dag per kwartaal. Van de bewoners in de binnenstad is de meerderheid zelfs voor één keer per maand. De vraag waarom zo’n reguliere autovrije zondag bij het huidige stadsdeel- en centrale stadsbestuur maar niet wil doordringen, wordt daarmee steeds prangender. In het buitenland, Antwerpen en Rome voorop, kan iedereen zien hoezeer Amsterdam inmiddels op andere Europese steden achterloopt.

 

GroenLinks, AmsterdamAnders/De Groenen, Milieucentrum Amsterdam en Milieudefensie willen dat de autovrije dag vanaf volgend jaar wel goed wordt georganiseerd. Wij roepen de centrale stad én de stadsdelen binnen de 19e eeuwse gordel op om in hun begroting vanaf 2005 de nodige middelen te reserveren om de stad ten minste één dag per jaar autovrij te maken. Een dag die aantoont dat je je ook met andere middelen dan de auto prima in de stad kunt verplaatsen. Met gratis (of goedkoper) openbaar vervoer, met gratis fietsparkeren, met promotie voor de fietsplattegrond, of een extra stimulans voor OV-fiets, fietstaxi’s en AutoDate. Als het doel gezamenlijk gedragen wordt, moeten financiering en afstemming ook haalbaar zijn. En laten we de flater van 2004 dan maar snel weer vergeten.

 Fjodor Molenaar, fractievoorzitter GroenLinks Amsterdam-Centrum

Joost Kircz, fractievoorzitter AA/DG Amsterdam-centrum

Joris Wijnhogen, campagneleider Milieudefensie

Erwin Knijnenburg, directeur Milieucentrum Amsterdam